Flap operatie

De flap operatie

Bij de flap-operatie maakt jouw tandarts of specialist, onder plaatselijke verdoving, het tandvlees los en schuift het daarna opzij. Vervolgens wordt het ontstoken weefsel weggehaald. Het kaakbot en de wortels van de tanden en kiezen zijn dan goed zichtbaar en bereikbaar. De behandelaar kan daardoor de tandplaque en het tandsteen die na de gebitsreiniging zijn achtergebleven, goed verwijderen. Waar nodig wordt ook de – vaak grillige – rand van het aangetaste kaakbot bijgewerkt.

Daarna hecht de behandelaar het tandvlees weer rond de tanden en kiezen vast. Om het gehechte tandvlees te beschermen, wordt het soms met wondverband bedekt. Dit lijkt wel wat op stopverf. Eén tot twee weken na de flap-operatie worden de hechtingen en – indien aangebracht – het wondverband verwijderd. Een week later is de wond meestal genezen.

Doordat na de flap-operatie geen tandplaque en tandsteen meer op de tanden zit, verdwijnt de ontsteking en hecht het gezonde tandvlees zich aan de tanden en kiezen; de parodontitis is verdwenen. Met de pocketsonde worden dan ondiepe en niet bloedende pockets gemeten. Na genezing is het tandvlees wel wat teruggetrokken.

 

Na de flap-operatie

De eerste dagen na een flap-operatie kan enige pijn en zwelling optreden. De pijn is met pijnstillers goed te bestrijden. Het geopereerde tandvlees dient tijdens de genezing zoveel mogelijk met rust te worden gelaten zodat je daar gedurende enkele weken geen mondhygiëne mag uitvoeren. Op de tanden en kiezen vormt zich echter tandplaque die de genezing verhindert. Daarom schrijft de behandelaar meestal een desinfecterend chloorhexidine bevattend spoelmiddel, spray of tandgel voor.

Chloorhexidine remt de vorming van tandplaque. In de geopereerde gebieden dien je de mondhygiëne normaal uit te voeren. Het spoelmiddel kan tijdelijk de smaak beïnvloeden en een aanslag op de tong en de tanden en kiezen geven.

De behandelaar beoordeelt, na het verwijderen van de hechtingen en het wondverband, of je in de geopereerde gebieden weer de mondhygiëne kan uitvoeren.

Zo ja, dan stop je met het gebruik van chloorhexidine. De behandelaar haalt de aanslag van de tanden en kiezen af, daarna worden de tanden en kiezen gepolijst. De aanslag op de tong verdwijnt spontaan na de spoelperiode.

 

Gevolgen van de behandeling met flap-operatie

Zowel na de gebitsreiniging als na een flap-operatie kan het tandvlees terugtrekken.

De tanden en kiezen lijken daardoor wat ‘langer’. Gelukkig is dat vaak niet zichtbaar omdat de lippen de tanden en kiezen voor een (groot) deel bedekken.

Als de langere tanden je storen, kan jouw tandarts een zogenaamde tandvlees-epithese maken. Die bedekt exact de tanden en kiezen op de plaatsen waar het vlees is teruggetrokken. Een tandvlees-epithese is gemaakt van kunststof. Door de tandvlees-epithese uit te nemen, kun je de tandplaque van de tanden en kiezen verwijderen.

Als het tandvlees is teruggetrokken, kunnen de wortels gevoelig worden voor warmte, koude of het uitvoeren van de mondhygiëne. Deze gevoeligheid is bijna altijd tijdelijk en verdwijnt weer na enige weken tot maanden. Een goede mondhygiëne is daarbij essentieel!

Jouw behandelaar of tandarts kan de gevoeligheid verminderen door een tandpasta of gel te gebruiken tegen gevoelige wortels en door te spoelen met een fluoride spoelmiddel.

Ook een verkeerde poetstechniek kan de wortels erg gevoelig maken. Dan is het nodig om jouw poetstechniek te veranderen. Blootliggende wortels zijn erg gevoelig voor het ontstaan van cariës. Behalve dat je zelf het gebruik van suiker kunt matigen, kan jouw eigen tandarts of mondhygiënist maatregelen nemen om wortelcariës te voorkomen.

Meer informatie?

Vraag vrijblijvend een adviesgesprek aan!

Afspraak maken